Dribbel en de Mussenprofessor

Van uw verslaggever in Bollenbach

Een paleisje

Dribbel 12 april 2022 –
Wist je dat we in onze tuin ongelooflijk veel soorten vogels hebben? Vooral Conny, Lucy en Lottie zijn geïnteresseerd in deze rare wezens. Ik vraag me af wat er nou zo spannend is aan vogels. Ze poepen maar raak, fladderen, vluchten, fluiten, verstoppen zich op plekken waar ik mijn aanwinsten uit het bos wil verstoppen, eten de hele dag zaadjes, broodkruimels. Er zijn zelfs vogels die in een hok zitten. En dan heb ik het niet over de kippen. Die hebben wat mij betreft nog nut want ze leggen eieren en het eigeel vind ik heerlijk. Ik heb het over de sierparkieten waar Conny een waar paleisje voor gemaakt heeft. Te zot voor woorden.

Ook de mussen snoepen van het vogelvoer.
Lucy is een echte Bollenbachse

Wat me opvalt is het grote verschil tussen de vogelliefhebbers hier in huis. Lucy heeft volgens mij deep down een hekel aan ze, want als ze de vogels hoort kwetteren in de rozenstruik, een heg of een andere struik dan springt ze er al blaffend op af om ze weg te jagen. Ze maakt zich er vreselijk druk over en stopt pas als Conny ingrijpt. Eigenlijk is Lucy een echte Bollenbachse, want in dit dorp hier heeft iedereen een hekel aan vooral mussen. Het liefst zouden ze ze doodschieten heb ik de moeder van de burgemeester wel eens horen zeggen. Niet dat ik Lucy daar van verdenk hoor. Ze jaagt ze alleen maar schrik aan.

Zomaar wat struiken in de tuin waar de vogeltjes zich graag verstoppen.
Prooi

Lottie, de poes of kater of hoe je het gecastreerde beest ook noemen wil, jaagt ook op vogels.
Maar anders dan Lucy ziet Lottie ze als een prooi. Helaas voor hem zijn de vogels veel sneller en is het Lottie bij mijn weten nog nooit gelukt er een te vangen.

Het enige wat mijn baasje doet is die rare beestjes eten geven als Conny er niet is en ze uit het hok van de sierparkieten jagen. Ja, ja, die hebben we hier ook nog. Als we net zoveel honden zouden hebben als vogels zou het hele dorp gek worden.

Allemaal snoephuisjes voor die rare wezentjes
Gaap slaap

Conny is de ware vogelliefhebber. Zij zorgt voor ze, maakt verstop-plekken in de tuin en knutselt vogelhuisjes van hout waar haar gevederde vriendjes rustig kunnen broeden. Ze heeft er ook echt verstand van. Zo ving ik laatst een gesprek op dat wel wat weg had van een college van een mussenprofessor.
Haar gehoor hing aan haar lippen. Ze was zeker wel een uur aan het woord. Ik was vast in slaap gevallen als ik niet als verslaggever alles in mijn hoofd moest opslaan om het aan jullie na te kunnen vertellen.

Op zoek naar een alternatieve verstop-plek voor mijn schatten

Wat mij vooral is bijgebleven is het feit dat er zoveel verschillende soorten mussen zijn. Dat wist ik niet. Voor mij zien ze er allemaal hetzelfde uit met die grijsbruine kleur. Maar Conny heeft er blijkbaar een speciaal oog voor. Misschien omdat ze beelden kunstenaar is?

Saai al dat bruin en grijs


De heggenmus zit mij het meeste dwars. Dit is een kleine zangvogel die lijkt op een ‘gewone’ mus en een kleine lijster, maar niet behoort tot de familie van de mus. Hun verenpak vind ik getuigen van een slechte smaak. Het is grotendeels bruin en zwart-gestreept, ook op hun borst, en hun hals is loodgrijs ). Er is nauwelijks verschil in kleding tussen de mannetjes en de vrouwtjes.
De heggenmus brengt vooral veel tijd door op de grond. Bij ons in de tuin zie je hem scharrelen tussen de struiken en heggen. Mijn verstop-plekken dus. Irritant hoor, want ik wil ze ook niet echt storen in.

In Duitsland en Nederland komt de heggenmus best veel voor. Tot zijn familie behoren ook de Alpenheggenmus, de Steenheggenmus, de Bergmus en de Zwartkeelheggenmus. Geen van deze mussen heb ik ooit gezien.

De familie Passer

Een van mijn schatten uit het bos

De mus waar Lucy zo’n hekel aan heeft is de ‘gewone mus’.
Zo gewoon als zijn naam is blijkt hij echter niet te zijn. De mussenprofessor vertelde dat de meest voorkomende mussen, de huismus en de ringmus, behoren tot de Passer familie.
Die Passers vind je ‘bij bosjes’ in onze tuin. Het zijn echte druktemakers. En pas als zij hun buikje rond gegeten hebben durven andere vogels zoals de koolmeisjes, de vinkjes en het enige rode borstje dat we hebben, hun slag te slaan.

Dikbekmus

Tot de Passerfamilie behoren wel 28 verschillende soorten mussen, waaronder dus de huis-en de ringmus. Onvoorstelbaar he. Gelukkig komen de meeste soorten hier niet voor. Lucy zou helemaal gek worden.
Het grootste verschil tussen ‘ onze huismus’ en de ringmus is de wijnkleurige kruin van de ringmus ( die van de huismus is grijs, je zou haar ook een grijze muis kunnen noemen) en de zwarte wangvlek op ‘hun prachtige zuiver witte kopzijde’ , aldus de inmiddels euforische mussenprofessor aan het einde van haar betoog.

Een paar mooie namen van soorten die tot Passerfamilie behoren wil ik je niet onthouden:

  • geelbuikmus
  • dikbekmus
  • roestmus
  • moabmus
  • kastanjemus
  • nijlmus

Maar de mus die ik het mooiste vind is de de Kerstmus. Zij mag het hele jaar door bovenop haar vogelhuisje wonen, in ons huisje in Bollenbach.

Mijn favoriet

Geef een reactie