Noord-Beveland: Hunsruck van Zeeland
Volgens mij heb ik op deze plek nog niet eerder iets van mijn liefde voor de provincie Zeeland laten zien. Die liefde is nog pril, er valt nog veel te ontdekken. Maar laat ik beginnen met Noord-Beveland, dat verrassend veel overeenkomsten blijkt te hebben met de Hunsruck.
De Hunsruck ligt tussen vier rivieren en hun wijngebieden ingeklemd: De Rijn, de Moezel, De Nahe en de Saar. Noord – Beveland ligt tussen het Veerse Meer, de Noordzee, de Oosterschelde en het vaste land van Brabant. Het is – net als de Hunsruck van Duitsland – een van de dunst bevolkte regio’s van Nederland. Voor fietsers en wandelaars is er over het hele eiland een netwerk van ‘knooppaden’ aangelegd . Het is er buiten het toeristenseizoen net zo stil als in Bollenbach en geen dorp heeft een compleet aanbod van diensten. De duinen, weilanden, de zee en het strand van Noord – Beveland zijn als de heuvels, dalen en beken van de Hunsruck: van een pure schoonheid.

Het grote verschil tussen Noord-Beveland en de Hunsruck is het toeristenseizoen. De Hunsruck kent dat eigenlijk (nog) niet. Maar het eiland wordt ’s zomers overspoeld met gemiddeld meer dan 300.000 toeristen die het dagelijks leven geheel overnemen. Noord – Beveland is, ook bij Duitsers, veel bekender dan de Hunsruck en dat heeft zo zijn voor-en nadelen.
Een verborgen parel kan je het niet noemen. Eerder een bedreigde. Het ooit van het vaste land afgesneden eiland is dankzij de Zeelandbrug en de Oosterscheldekering verbonden met zowel de rest van Zeeland als Nederland. Dat heeft werkgelegenheid gebracht, vooral in de toeristensector, en tegelijkertijd brengen de ‘rustzoekers’, de watersporters en pleziermakers veel schade toe aan de door hen zo geliefde natuur van Noord – Beveland. Het is lastig daarin een goede balans te vinden. Voorlopig slaat deze door in het voordeel van de toeristensector.





















Zeeland is een deel van mijn hart, er zijn mooie herinneringen.
Wat mooi Carla. Wat zouden we zijn zonder goede herinneringen.